Gilbert goes America and Canada 1998

(part 2)…

door Gilbert Verkuijlen

                   

 

  

Zoals beloofd in het vorige deel van dit verslag beschrijf ik op deze site het tweede deel van mijn verslag van mijn Jeepvakantie in Amerika en Canada. Ik geef in dit verslag een gedeelte van mijn logboek met voornamelijk de off-road dagen. In het vorige deel heb ik een beschrijving van Moab gegeven (herinner je nog die roll-over??). In dit deel staat een verslag van een safety clinic in Hollister Hills en een verslag van Rubicon, en in het volgende en tevens laatste deel een beschrijving van een trail in Hillsboro Oregon en een aantal trails op Vancouver Island (Canada).

 

 

HOLLISTER HILLS...

 

Dag 10 van mijn reis: zaterdag 12 september 1998

 

Vrijdags kwamen Jim Bailey (een Jeepvriend uit San José) en ik aan in Hollister Hills. In het donker hebben we de tent opgezet, waarin ik zou slapen. Jim sliep in zijn Dodge Ram Pick Up die zijn Jeep CJ-7 trok. De natuur in dit stukje van California is geweldig. De hemel is perfect helder: ik heb nog nooit de melkweg zo helder gezien. Hoe gaat dat spreekwoord ook al weer: de melkweg is altijd helderder aan de andere kant van de oceaan?? Nou, in dit geval ging dat dus wel op. Toen ik uit de Dodge stapte dacht ik dat ik een alarm van een auto hoorde. Dit bleken krekels te zijn. De herrie was zo hard dat je elkaar nauwelijks kon verstaan. Ik dacht dat ik problemen zou hebben om in slaap te komen, maar dat was gelukkig "no problemo". In de nacht heb ik wraak op de krekels genomen door zo hard mogelijk te snurken J.
 

De Jeep op de trailer achter de Dodge Ram, een leuke combinatie.

 

Zaterdag 12 september 1998 was de dag van de Driving Clinic van de off-road club Esprit de Fours. Deze clinic staat ook bekend als safety clinic in al de staten van Amerika. De club heeft slechts 45 leden, maar allen zijn actief en de club heeft een ledenstop om niet te groot te worden. De bedoeling van deze clinic is dat deelnemers hun eigen 4x4 voertuig meenemen. De meeste mannen en vrouwen hebben nog nooit ge-offroad, maar er zijn ook een paar ervaren offroaders die meedoen. De 4x4 auto’s werden tijdens deze editie in vier groepen ingedeeld. Het totaal aantal auto’s was bijna 50, een aantal met twee chauffeurs. Ik reed in Jim’s CJ-7 uit 1984. Deze Jeep is met bijna alles uitgerust. Om te beginnen een 4-1/2 inch Superlift, 33x12.50 Mud banden, ARB Airlockers in de vooras en achteras, 3.73 Ring & Pinion, 4:1 Atlas transfer case, York Aircompressor, lier etc. De lage gearing in de eerste versnelling is 6.9:1 en de crawl ratio boven de 100:1. De Jeep heeft een 4.2 liter 6 cilinder motor. De andere auto’s waren voor 50% Jeep. De meeste waren gelift, maar er waren ook compleet nieuwe en originele auto’s, zoals een nieuwe Mercedes en een paar nieuwe Jeep Wrangler TJ’s.

 

Voordat we werkelijk mochten offroaden, werden al de 4x4 auto’s gekeurd en kregen we eerst twee uur lang instructies met dia’s en demonstraties met Jeeps. De instructies, waar ik overigens ontzettend veel van heb geleerd, waren voor beginners. Twee van de drie instructeurs waren Kelly en Randy die mij de week na deze zaterdag zouden vergezellen op de Rubicon. Deze jongens hebben verstand van Jeepen. Kelly heeft de Camel Trophy in 1991 gedaan voor het Amerikaanse team. Eindelijk mochten we gaan offroaden. Elke groep had drie voertuigen van de club. De "leider" reed voorop, er was een clublid met 4x4 voertuig in het midden voor het begeleiden bij trails en een voertuig achteraan om de groep bij elkaar te houden. Elke groep kreeg een kleur en alle auto’s een vlaggetje met die kleur. In mijn groep zat een andere Nederlander (je komt die Nederlanders toch ook overal tegen), Bas, die met een Ford Bronco reed. Bas kwam uit het noorden van Nederland, woonde tot dat moment voor een maand in The States en bleef voor een half jaar voor zijn studie.

 

Op weg naar de eerste proef. Voor mij was het vooral wennen aan de handgeschakelde transmissie in combinatie met de zeer, zeer lage gearing. Op vlakke gedeelten moet je in de tweede versnelling optrekken. De koppeling was van Kevlar, wat betekent dat je een aangrijppunt hebt en meer niet. Je kan dus niet spelen met de koppeling: intrappen of laten gaan. De eerste proef was een off-camber situatie met een steile helling, oftewel de volledige vering werd op de proef gesteld. De groep werd in tweeën verdeeld, wat betekende dat ik het voorbeeld moest geven. Ik reed op de steile helling en moest de motor uitzetten terwijl de Jeep in de eerste versnelling stond. Je mocht de koppeling niet intrappen, want dat zou fataal kunnen zijn. De Jeep zou waarschijnlijk naar achteren rollen en niet meer onder controle zijn. Halverwege de helling met motor uit stond ik daar. Nu was de bedoeling dat ik de motor startte in de eerste versnelling zonder de koppeling in te trappen. Dit is natuurlijk tegen al de regels in die je ooit hebt geleerd, maar we praten hier over offroaden. Het probleem dat ik had, was dat de motor niet meer wilde aanslaan. De oorzaak was tweevoudig: slechte startmotor en originele Carter carburateur die leeg liep. Mooi voorschut. Terug naar beneden om de startmotor te laten afkoelen. De andere auto’s deden de proef in de tussentijd. Veel spinnende wielen en veel auto’s hadden meerdere pogingen nodig. Als laatste mocht ik het weer proberen. Halverwege de helling de motor uit. Na misschien 10 keer proberen te starten, lukte het eindelijk. Ik had nergens spinnende wielen, maar ik had de ARB in de achteras ingeschakeld. Wat een verschil gaf die locker!!! Starten zonder koppeling werkt overigens perfect.
 

Jim's CJ-7, met mijzelf achter het stuur.

 

De volgende proef was weer op een steile helling. De bedoeling hier was dat je de Jeep boven aan de helling, maar nog steeds op de helling, stilzette en de motor afzette. Wederom in de versnelling. Daarna zo hard mogelijk de remmen intrappen, de versnelling in z’n achteruit en weer zonder koppeling en in versnelling starten. Natuurlijk moet je proberen zo recht mogelijk achteruit te rijden / glijden en alleen door in de spiegels te kijken. Ik moest weer als eerste en natuurlijk kreeg ik boven de motor weer niet gestart. Met een Mopar Multi-Point Injection systeem zou dit de perfecte Jeep zijn geweest. Jim heeft nog een carburateur in zijn Jeep, omdat de emissie-eisen streng zijn in California. Hij wil nu zijn motor vervangen door een 5.0 liter Ford Mustang V8 motor met injectie. De dag na deze clinic hebben we een nieuwe startmotor gekocht, waarmee het probleem van een overhitte startmotor was opgelost. Wederom naar beneden en de startmotor laten afkoelen. Iedereen ging voor en ik deed mijn tweede poging. Dit keer succesvol. Daarna op naar een trail. Een zeer interessant punt was een haarspeldbocht berg af. Iedereen overleefde dit. Om het af en toe spannender te maken, reed ik een iets andere route dan de bedoeling was.

 

Halverwege de dag, na deze eerste trail door de Hollister Hills, kwamen we uit op een punt waar obstakels gebouwd waren. Het eerste obstakel dat ik deed was de Frame Twister. Dit begon met een paar boomstammen, grote stenen en dan rotsen. Eén ARB Airlocker ingeschakeld, een beetje gas en het ging moeiteloos. Ik ging zo snel dat niemand een foto kon maken, maar ik heb het echt gedaan. Echt waar J. De andere groepsleden hadden dit gezien en dachten dat het een makkie was. Verkeerd gedacht, want ze hadden de grootste moeite, vooral degene met open differentiëlen. Gelukkig voor hen geen grote bodyschade. Ik deed de Frame Twister nog maar een keer voor de foto’s. Dit keer zonder lockers en zonder gas. Je kan met deze lage gearing stilstaan (rem intrappen) zonder de koppeling in te trappen en de motor zal blijven draaien!!! Wederom moeiteloos.

Een Jeep Wrangler TJ pakt de makkelijke lijn van de Frame Twister.

 

Het volgende obstakel was The Stairs. Weer moest ik als eerste. Dit keer beide lockers ingeschakeld. Bij de eerste trap liet ik de motor afslaan, maar dit keer was het geheel mijn schuld. Daarna ging het moeiteloos, gewoon op de juiste momenten gas geven. De clubleden waren verbaasd, maar ik zag toen de reden nog niet. Al de andere 4x4 voertuigen zonder lockers hadden de grootste moeite met dit obstakel. Vele millimeters rubber is deze dag versleten op de trappen. Wederom deed ik dit obstakel voor een tweede keer. Dit keer met alleen de locker in de achteras ingeschakeld. Iets meer gas en wat gepiep van de banden en alles kwam goed. Daarna was er wat tijd om in modder te spelen. Er was water aangevoerd door een paar tankers. Dit gedeelte heb ik overgeslagen, want ik had geen zin om de Jeep schoon te maken. Ik vind het sowieso leuker om de vering van een Jeep in actie te zien dan spelen in modder. Het volgende gedeelte was een parcours. Eerst lagen er wat stenen op de grond waar je overheen moest rijden. De bedoeling was dat je de breedte van je Jeep kende en wist waar je wielen waren. Daarna kwam een pion waar je zo dicht mogelijk naar toe moest rijden, maar die je niet mocht raken. De pion zag je op een gegeven moment niet, omdat die kleiner was dan je motorkap. Daarna achteruit door een parcours met pionnen en niks raken.
 

Na de behendigheidsproef was er gelegenheid om wat te eten en te drinken. De laatste trail was terug naar de school waar ‘s morgens iedereen instructie had gekregen. Het laatste stuk van deze trail was zeer interessant. Een steile afdaling op los zand, stenen en rotsen met diepe kuilen in deze afdaling. De CJ-7 was hier wederom briljant. Allebei de lockers ingeschakeld om zeker te zijn dat de Jeep op al de 4 banden remt, en de gehele afdaling in de eerste versnelling. Natuurlijk hadden we ‘s morgens de banden tot éénderde (!!) leeg laten lopen, anders zouden een hoop trails en obstakels hier onmogelijk zijn in Hollister Hills. De gearing van de Jeep is zo laag, dat ik alleen de koppeling heb losgelaten en daarna gestuurd. De motor remde de Jeep af. Denk nu niet dat deze helling niet steil was. Ook hier zie je het nut van de lockers. Mensen denken vaak alleen aan helling op, maar ook als je een helling af gaat komen ze van pas. Bij dit soort afdalingen is het zeer goed mogelijk dat je twee banden lift (van de grond los) en remmen op de motor heeft dan weinig zin meer. Veel studenten, dat ben je als je je hebt ingeschreven, namen hier dan ook een bypass. Teruggekomen bij school was er een evaluatieformulier dat je kon invullen en heb ik nog een T-shirt met speciale bedrukking gekocht.

 

Hierna zijn we terug naar de kampeerplaats gegaan. We hebben daar nog wat gedronken en met verschillende mensen gepraat. Het eten was nog niet klaar, dus heb ik mijn logboek een beetje bijgewerkt. Daarna was het tijd voor het eten. Dit was werkelijk ongelooflijk. De chef-koks waren twee "zeer grote mannen". Zo groot dat ze aangepaste stoelen hadden en bijna niet konden lopen, maar de spare-ribs die ze maakten, zijn de besten in de hele wereld en de wijde omtrek. Hier kan werkelijk niemand tegenop. Ray’s spare-ribs zijn dan ook voor elke Jeeper in California bekend. Daarna hebben we zelfgemaakt ijs gegeten. Wederom onovertreffelijk. Nadat we ons helemaal hadden volgepropt, besloten Jim en ik naar de Jeep te waggelen om naar een andere camping te rijden voor te douchen. Die douche konden we wel gebruiken, want het was de gehele dag stoffig en de temperatuur lag rond de 35º Celsius. Nadat we weer fris waren, zijn we teruggegaan. Daar hebben we rond het kampvuur gezeten en naar het traditionele Bullsh*t geluisterd. Ik heb daar met een hoop aardige mensen gesproken, en ze waren natuurlijk allemaal benieuwd hoe we offroaden in het vlakste en dichtstbevolkte land in de wereld. Ik ben ook nog een andere Jeep-L’er tegengekomen, Monty Anderson. Ik heb al eerder een aantal keren met hem gemaild over mijn CV aandrijfas. Hij heeft zelf ook een zeer indrukwekkende Jeep Wrangler met een 5.0 liter Ford Mustang V8, natuurlijk met de nodige modificaties. De gesprekken gingen maar door en door. Na een paar biertjes (wie leert die Amerikanen nu eindelijk hoe ze bier moeten brouwen?? Wat een troep!!) vond ik het wel genoeg en ben naar mijn tent gegaan om te slapen. Ik heb goed geslapen, maar het schijnt die nacht onrustig te zijn geweest in de natuur. De volgende dag waren er overal sporen van stinkdieren, wasberen of hoe ze ook mogen heten. Ze waren zelfs in de Jeep geweest. Overigens mag je daar ook geen bomen of struiken aanraken, omdat ze gifitg kunnen zijn. Dit is pas de echte natuur, die goed beheerd wordt door de Park Rangers. Eén van de Rangers deed trouwens ook mee met de clinic.

Alvast een voorproefje van de Rubicon.

 


RUBICON...

 

Dag 17 van mijn reis: zaterdag 19 september 1998

 

Eindelijk ben ik er: The Rubicon. Voordat ik mijn verslag geef, zal ik eerst beschrijven hoe we hier gekomen zijn. Onderweg naar de Rubicon hebben Jim Bailey en ik boven op een heuvel gewacht op de zonen van Zig (een vriend van Jim). De zonen (Greg en Richard) waren met slechts één Jeep Wrangler TJ gekomen, omdat Greg de Detroit locker in zijn CJ-7 had vernield. Dit was de eerste keer dat ik gehoord heb dat iemand een Detroit Softlocker kapot heeft gekregen. Na ongeveer een kwartier wachten kwamen ze opdagen. Samen zijn we richting de Rubicon gereden. Onderweg had Jim met zijn mobiele telefoon contact gehad met Kelly en zijn zwager. De vierde Jeeper was Randy. Jim had geen contact met hem kunnen opnemen, omdat hij geen telefoonnummer van zijn mobieltje had. Onderweg zijn we nog gestopt bij een In-n-Out Burger en bij een drogist. We zijn daar ook naar een lokale Kentucky Fried Chicken gegaan om een emmer kip te kopen voor ‘s avonds bij het kampvuur. Eénmaal bij het begin van de trail aangekomen (Loon Lake) zijn we teruggereden om de dichtstbijzijnde campingplaats te zoeken. Op een paar honderd meter hadden we een zeer mooie kampeerplaats gevonden met meer dan genoeg ruimte voor drie trailers. Een kampeerplaats is gewoon de weg verlaten en in het bos rijden. Je hoeft daar dus ook geen campinggeld te betalen. Er zijn wel plaatsen waar je een paar dollar in een envelop moet achterlaten, maar dan heb je wel de luxe van een toilet (beter gezegd een gat in de grond).
 

Richie in actie met zijn Jeep Wragnler TJ

 

Richie reed terug naar een dam om contact op te zoeken met Randy over de CB, terwijl wij onze tenten e.d. opzetten. Het had gewerkt, want Richie kwam met Randy terug. Even later kwam ook Kelly opdagen met zijn zwager Tom. Nadat alles was opgezet gingen we rond het kampvuur zitten. We hebben hierna nog zeker 50 auto’s/Jeeps horen voorbij komen, dus we besloten om ‘s morgens vroeg te vertrekken zodat we niet zoveel verkeer op de trail zouden tegenkomen. Voordat we gingen slapen, hebben we al ons eten in de auto’s moeten verbergen, omdat daar nogal wat beren rondlopen (en dan bedoel ik geen beren van kerels, maar echte beren). De natuur is daar net als in Hollister Hills geweldig. De sterren zijn zo helder, dat je makkelijk de melkweg kan zien. Ik zag naast de steelpan zelfs een frietpan. O nee, daar droomde ik van..... Het was tijd om te slapen, want de volgende dag zou vroeg beginnen.

Terug naar de dag waarnaar ik had uitgekeken. Dit was de dag dat ik de Rubicon ging doen. Eén van de twee wereldberoemde Jeeptrails. De andere trail is Moab, en die heb ik anderhalve week later gedaan. Wat ben ik toch een gelukkig man, wat overigens ook de mensen die ik in The States ontmoette vonden. Elk jaar wordt de Jeepers Jamboree op de Rubicon gehouden met meer dan duizend Jeeps. Laat ik eerst even wat specificaties geven van de Jeeps die met Jim en mij meereden:

~ Richard en Greg met een ‘97 Jeep Wrangler TJ, Teraflex 3", 3.73 Ring & Pinion, limited slip in de achteras en 33"x12.50" MT’s op 8" velgen.

~ Kelly en Tom met een ‘85 CJ-7, 2.5" springlift, shackle reversal, 4.56 Ring & Pinion, Detroit in achteras en Powerlock in vooras en 33"x12.50" op 8" velgen.

~ Randy met een ‘74 CJ-5, 3" springlift en 2" bodylift, 4.27 Ring & Pinion, Detroit in achteras en 33"x12.50" op 10" velgen.

~ Jim en ik (Gilbert) met een ‘84 CJ-7, 4.5" Superlift, 3.55 Ring & Pinion, ARB Airlockers in voor- en achteras, 4:1 Atlas transfer case met 6.9:1 in eerste versnelling en 33"x12.50" MT’s op 8" velgen.
 

Kelly, kijk ook eens naar je voorband

 

De dag begon ontzettend vroeg, want we wilden zoveel mogelijk off-roaders voor zijn, zodat we niet zoveel oponthoud op de trail zouden krijgen. Er zijn veel plaatsen op de trail waar je geen Jeep kan passeren en waar geen bypass is. Op veel campingplaatsen werden Jeepers net wakker terwijl wij al voorbij reden, dus het vroeg vertrekken leek te werken. Nadat we een lange, grote dam hadden gepasseerd, begon de trail. De dam is de afscheiding tussen het water van Loon Lake en de trail. De Rubicon trail loopt ongeveer van Loon Lake tot Lake Tahoe met ongeveer op de helft van de trail Spider Lake. Aangezien we maar één dag hadden, wilden we Spider Lake proberen te halen en dan de trail in tegengestelde richting verlaten. De trail begint met het beklimmen en afdalen van een zeer, zeer grote rots. We praten dan over 100+ meter. Aan de andere kant van de rots kwamen we een aantal Jeeps tegen die we de dag ervoor zagen voorbij rijden aan onze campeerplaats. Ook deze mensen lagen nog te slapen. We kwamen op een pad met een combinatie van kleine rotsen en zand. Aan het einde van dit pad liet Jim mij het stuur overnemen voor de beklimming van een aantal rotsen. Ik vond overigens dat dit één van de moeilijkste obstakels was, maar de lage eerste versnelling en de twee ARB Airlockers maakten het wel een stuk makkelijker. Vaak reed ik overigens met geheel open differentiëlen of slechts de airlocker in de achteras ingeschakeld. Dit gaf wat meer plezier in het rockcrawlen. Er waren plaatsen op deze beklimming waar rotsen bedwongen moesten worden die hoger dan de motorkap waren en 80º tot loodrecht op de ondergrond stonden. Nu begrijp ik ook waarom mensen daar in hun bumper zagen, zodat eerst de banden de rots raken voordat de bumper die kans krijgt. De banden hadden overigens een spanning van ongeveer éénderde ten opzichte van straatspanning. Het verlagen van de spanning is nummer één van het verhogen van de off-road capaciteit.

Op een gegeven moment kwamen mijn banden voor en achter in twee verschillende gleuven terecht. Alle banden spinden en de ARB Airlockers hielpen dus ook niet meer. De Jeep begon te "butsen" en dat wil je natuurlijk niet, want dan gaan de nodige spullen kapot. Ik stopte direct met gas geven en liet de motor afslaan om verder butsen tegen te gaan. Na de Jeep weer gestart te hebben, ben ik achteruit gereden en heb een iets ander spoor gereden. De andere Jeepers hadden hier geen problemen, maar zij zijn dan ook meer ervaren / veel beter in rockcrawlen. Hierna was het tijd voor de beklimming van een hoge, steile rots. Terwijl ik deze rots beklom, zag ik alleen maar de strak blauwe hemel en werd in mijn stoel gedrukt. Ik gaf nog net op tijd gas om de juiste snelheid te hebben om boven te komen. Gewoon geluk, net als bij de meeste andere obstakels. De Jeep TJ met slechts een limited slip heeft me echt verbaasd bij dit obstakel. Overigens heeft de TJ me de gehele dag verbaasd. De vering is echt ongelooflijk, maar zoals al eerder beschreven hadden we zeer ervaren bestuurders.
 

Even de vering van de nieuwe Wrangler testen

 

Na weer wat paden te hebben bereden met stof, rotsen en zelfs modder kwamen we op een interessant punt uit. Ik stapte uit om wat foto’s te maken. Ik wandelde alvast naar boven om een goede plaats uit te zoeken. Terwijl ik op de top arriveerde, reden er net een Jeep CJ-8 en een Jeep Commando weg. De Jeep CJ-8 kwam me bekend voor en ik vroeg aan de jongen in de Jeep Commando of dat Jefe Reynolds was in de CJ-8. De jongen antwoordde met ja. Jefe stopte en iedereen was verbaasd dat ik als Nederlander meer mensen op de Rubicon kende dan zij. De jongen in de Commando was Matt, de zoon van Jefe. Ik ken Jefe en Matt per e-mail (Jeep-List) en ik moet bekennen dat ik wist dat hij de Rubicon zou doen dat weekend, maar het is wel ontzettend toevallig dat ik hem tegenkwam en dat hij en zijn zoon ook de eerste Jeepers waren die we op de trail zagen (10.00 uur).
 

Matt doet "even" de Little Sluice

 

Ik ken Jefe nu zo’n twee jaar per e-mail en voornamelijk omdat hij één van de eersten was die de Spring-Over Axle conversies deed bij Jeeps. Zijn eerste SOA conversie deed hij ongeveer 25 jaar geleden. Hij heeft mij dan ook veel advies gegeven toen ik mijn SOA deed. Ik heb met Jefe twee jaar geleden de afspraak gemaakt dat ik hem door Nederland zou gidsen als hij hier was. Nu deed het feit zich voor dat ik naar The States / Canada vloog, terwijl hij naar Europa vloog. Hij bleef slechts 3 weken in Europa, dus daarom kon ik hem ontmoeten op de Rubicon. Ik ben in zijn Jeep geklommen en met hem meegereden. Jefe vertelde me dat hij de dag ervoor al de nodige schade had gereden op een trail net voor de Rubicon. De drag link had een grote knik, er waren wat bouten van een vrijloopnaaf afgebroken etc. Hij zou de drag link ‘s avonds vervangen, want reserve-onderdelen heeft iedereen genoeg bij zich. Na een hoop gelachen te hebben, hebben we flink (5 km/uur) doorgereden en kwamen we bij de Little Sluice uit. Jim Bailey en de rest van de groep volgden ons ook nog. De Little Sluice is het moeilijkste obstakel op de Rubicon. Er is ook nog een Big Sluice en een Old Sluice, maar die zijn minder interessant. Jim Bailey en de rest van de groep besloten om de bypass te nemen, die overigens ook moeilijk is. Matt ging als eerste door de Little Sluice. Iedereen (altijd een "groot" publiek die wacht op een roll-over) stond met zijn mond open. Nog niemand had een Jeep zo gladjes over de rotsen door de Little Sluice zien kruipen. Matt is nog jong, maar ontzettend ervaren in het off-roaden. Hij is in een Jeep opgegroeid. Zijn Jeep was natuurlijk wel goed uitgerust: Jeep Commando, Spring-Over Axle, Lockright in voor- en achteras en 94:1 crawl ratio.
 

Jefe, daar ligt een rots!

 

Daarna was Jefe aan de beurt. Hij reed zijn CJ-8 meteen op de eerste grote rots vast. De Jeep rustte op de transmissie. Er moest een Hi-lift en een andere krik aan te pas komen om de Jeep na 45 minuten weer in beweging te krijgen. De volgende grote rots moet met het rechterwiel beklommen worden om door de Sluice te komen. Hier legde Jefe zijn Scrambler (CJ-8) bijna op zijn kant. Ik denk dat het één graad scheelde en hij veel geluk heeft gehad. Hij stak zijn hand uit om op het randje van een roll-over te balanceren. Dit wordt ook wel de tip-over grens genoemd. De week hiervoor vertelden ze bij de Driving Clinic dat dit ontzettend stom is, en dat is het natuurlijk ook. De rest van de Sluice liep vrij soepeltjes. De langere wielbasis van de Scrambler heeft hier licht voordeel, omdat de wielen voor, eerder aan de top van een rots zijn dan bij een kortere wielbasis (doh), zodat de voorwielen de rest van de Jeep over de rots kunnen trekken. Jefe’s CJ-8 is uitgerust met SOA (natuurlijk), 4.10 Ring & Pinion, Teralow 4:1 transfer case, 4.4 liter MPI, Lockright in de achteras en Powerlock in de vooras. Jefe drong daarna aan dat ik de Little Sluice in zijn Jeep zou doen, maar dat leek me niet zo’n goed idee. Na een half uur heb ik hem van die gedachte kunnen brengen. Ik zou het niet leuk vinden als ik met zijn CJ-8 een roll-over zou maken. Aan de andere kant van de Little Sluice bevindt zich, na een zeer interessante afdaling, het meer Spider Lake. De hoogte is daar ongeveer 7.000 voet. Jefe en Matt hebben daar hun tenten opgezet, want zij bleven daar voor de nacht slapen (na natuurlijk nog meer ge-off-road te hebben). Het uitzicht is daar ongelooflijk mooi. We hebben daar lunch gehad met o.a. hot-dogs. Richard had een barbecue meegenomen. Sommige Amerikanen..... Een aantal mensen heeft nog gevist, terwijl ik door Jefe en Matt was uitgenodigd om nog een keer met hun te lunchen. We zijn in die paar uur tijd nog betere vrienden geworden. Net als de andere ongeveer 35 Jeepvrienden die ik heb bezocht, heb ik hun een clubsouvenir gegeven met twee exemplaren van het Jeep Bulletin (Hans Helmes bedankt!!!). Het was voor ons weer tijd om verder te gaan, want we wisten niet hoe druk het zou worden op de terugweg naar Loon Lake. Ik heb nog een paar foto’s gemaakt en afscheid genomen van Jefe en Matt. Zij wilden de Little Sluice nog een keer voor de kick doen......
 

Matt geeft zijn vader aanwijzingen

 

De rest van dit verslag beschrijf ik vanuit de Grand Canyon.

We hebben de bypass van de Little Sluice in tegengestelde richting gereden wat zeker moeilijk genoeg was. Met open differentiëlen was deze bypass onmogelijk. Onderweg hadden we al oponthoud door zo’n 20 Jeeps, Toyota’s, motors en mountainbikes. Een Jeep wilden ons passeren en reed zijn compleet stuursysteem (o.a. stuurstangen) kapot op een grote steen. De terugweg hebben we anders gereden dan de heenweg, zodat we geen enkele plaats dubbel hadden genomen. Op de top van een rots met een zeer mooi uitzicht zijn we even gestopt om wat te drinken. Richard kwam hier tot de conclusie dat de drager van zijn reservewiel was afgebroken. De beklimmingen op de Rubicon zijn soms zo steil dat het reservewiel de grond raakt. De vader van Richard en Greg verkoopt deze reservewieldragers voor 33" banden en groter, dus dit was geen goede reclame. Toen kwamen ze met het excuus dat dit het prototype was en dat de nieuwe ontwerpen verbeterd zijn. Ja, ja... Ik heb snel wat foto’s gemaakt, zodat ik ze later kan afpersen J . De rest van de terugweg was ongeveer hetzelfde in moeilijkheidsgraad als de heenweg.
 

…en uiteindelijk toch door de Little Sluice

 

We kwamen wel nogal wat verkeer tegen. Zo waren er onder andere ook zandbuggy’s aanwezig. Die zaten natuurlijk overal vast (tweewiel-aandrijving). Gelukkig zijn die dingen zo licht dat je ze met een paar man kan optillen. Met alle respect, ik weet niet wat die dingen op de Rubicon deden. Die buggy’s horen op het strand of in de duinen. We kwamen ook nogal wat 4x4 voertuigen tegen met stukken op de trail, zoals een CJ-7 met een opgeblazen koppeling, wat Japanners met een kapotte transfer case en steekassen etc. Tijdens het wachten op een vrije doorgang kwam Jim op het idee om de vrouwen die voorbij kwamen een cijfer van 1 tot 10 te geven. Erg afgezaagd, maar je moet toch iets doen. Onderweg kwamen we ook nog een CJ-7 tegen die net een roll-over had gemaakt. De bestuurder had veel te veel gedronken en reed gewoon door toen de Jeep weer op alle banden stond. Ik ben benieuwd hoe hij reageerde toen hij de dag erna nuchter wakker werd. Bij datzelfde obstakel heeft Jim nog wat littekens in de carrosserie van zijn Jeep gezet door bij de beklimming nog wat rotsen te raken. Daarna kwamen de excuses waarom hij geen betere lijn kon nemen. Ik begrijp het nog steeds niet: zijn er eindelijk geen vrouwen bij en dan nog excuses gebruiken J .
 

Spider Lake

 

Bij dit obstakel moesten we wachten op een aantal Jeeps dat voorbij kwam. Deze Jeeps hadden allemaal gesloten differentieel in beide assen en minstens 35" banden. De meesten hadden ook een SOA. Het was duidelijk dat ze allemaal veel geld in de capaciteiten van hun Jeep hadden gestoken. De zwakste as was een Dana 44!!! Het was ook duidelijk dat ze niet veel om hun body gaven. Wat zij met hun Jeeps deden was echt ongelooflijk. Ze vonden het ook leuk om al de capaciteiten te showen. Ze beklommen rotsen van 1.5 tot 2 meter hoog met hun voorband totdat de Jeep bijna kantelde en dan draaide ze de Jeep op de rocker panel onder de deur. Je zag de rots deuken maken in de body en later metaal op de rots liggen. Deze gasten hadden duidelijk ervaring met deze trail en dat bleek later ook zo te zijn. Ze waren allemaal lid van "Pirates of the Rubicon". Ongelooflijk wat zij met hun Jeep deden. Die gasten wisten het maximale toelaatbare uit hun Jeep te halen.
 

Wat ligt daar onder die Jeep??  Kijk dan toch uit!!

 

Verder op de terugweg hebben we nog wat plaatsen uitgezocht waar we foto’s konden maken. Die plaatsen hebben we zeker gevonden. Er waren momenten waar een band minstens een meter van de grond hing. Jim heeft nog even een stuk van zijn drop pitman arm afgereden en een scheur in het plastic gedeelte van zijn radiator gereden. Kelly kwam aan het einde van de dag tot de conclusie dat zijn bladveren ongeveer 1.5" waren ingezakt. Na een lange en zware dag off-roaden kwamen we terug op onze campingplaats. We hebben gebarbecued en de traditionele bullsh*t uitgewisseld rond het kampvuur. Ook hun heb ik wat souvenirs gegeven. Eindelijk was het tijd om te slapen.
 

Pirates of the Rubicon

  

 

                   

Gilbert Verkuijlen.
E-mail: Gilbert@moab.nl
Website: www.moab.nl